Het transept of dwarsschip is kort. Langs de ene kant gaf het toegang tot de kloostergebouwen en langs de andere kant tot een trap, die naar de torens leidde, en tot de rondgang in het versterkte, verhoogde gedeelte. Langs beide kanten zien we de trappen die naar de crypte leiden.
Vroeger beweerde men dat men op de vloer van het dwarsschip het best de aanwezigheid van aardstralen kon waarnemen: sommige gevoelige mensen voelen op deze plaats prikkelingen in voeten en benen. De inplanting van de kerken, dus ook deze van Mont, zou vroeger bepaald zijn door de aardstralen omdat de energie die ze vrijgeven de priesters inspireerde.
In de vloer van het dwarsschip zien we twee grafstenen (van priesters) uit de 18de eeuw, met op de ene een Latijnse tekst, en op de andere een Franse tekst.
Aan de noordkant onderscheiden we een afgesloten deur, die een doorgang was naar de vroegere kloostergebouwen of een „dodendeur” met rechtstreekse toegang tot het kerkhof.