Het portaal doet enigszins denken aan het zuidelijk portaal van de westgevel van de kathedraal van Reims. Dit is het enige bewaarde portaal-beeldhouwwerk uit deze periode in de Lorraine (of Lotharingen). De portaalwang of trumeau, het verticale gedeelte tussen de twee deuren, was vermoedelijk verfraaid met een Madonna op sokkel (alleen de kroon is overgebleven), en die het symbolisch middelpunt was in het uitgebeelde verhaal van de andere sculpturen.
Deze twee groepen van vijf figuren zijn vrij eenvoudig beeldhouwwerk. Rechts stellen zij het Oude Testament voor of de periode van de Wet, links het Nieuwe Testament of de periode van de Vrede.
Rechts van de deur, het Oude Testament dus, herkent men Eva, Adam, Mozes, Abraham met Isaac en Noah.
Links, het Nieuwe Testament, ziet men de „Boodschap aan Maria”, de maagd en de aartsengel licht verheven, Johannes De Evan-gelist, Johannes De Doper, en dan een personage , dat eerst gezien werd als de H.Petrus of Pepijn van Landen, met de maquette van de kerk in de handen. In de Middeleeuwen was het de gewoonte de opdrachtgever van een kunstwerk er ook in op te nemen. Heden is men echter vrij formeel dat het gaat om Ezechiël (Zacharias). De stijl van het portaal-beeldhouwwerk onderging zowel Lotharingse als Rijn-invloed (Trier), maar men vindt er ook elementen uit het werk van de meester-beeldhouwers van de kathedraal van Reims in terug.
Het timpaan is versierd met bas-reliëfs, die nog sporen van polychromie vertonen, en gewijd zijn aan de geboorte en de kinderjaren van Christus.
Op het onderste register zien we de geboortescène ; we onderscheiden de H. Maagd liggend, bedekt met een laken, om het perspectief probleem van de beeldhouwer te kunnen verbergen, of om de intimiteit van de Maagd te bewaren. Rechts zien we de os en de ezel, rond de kribbe met het kind. Hoger worden de Vlucht naar Egypte uitgebeeld, de herders en de Drie Koningen. Nog hoger herkennen we de Kindermoord van Bethlehem met daarboven een God- of Christusfiguur. Dit geheel is gezien zijn ontroerende ruwheid en onhandigheid, zeer waarschijnlijk van plaatselijke makelij of van rondtrekkende ambachtslieden. Onder de beelden van de zijwanden, zien we kleine bas- of half reliëfs met heidense motieven. We onderscheiden uilen, bladeren, een draak en grotesken of grijnzende figuurtjes, bedoeld om het kwade weg te houden en getuigen van het voorbestaan van volks bijgeloof.
We herkennen opnieuw de stijl van vermoedelijk beeldhouwers die de pelgrimsroutes volgden.
Het overdekte portaal, toegevoegd in de 18de eeuw, werd beschadigd door een bominslag tijdens de oorlog van 1914-18. Enkele bas-reliëfs werden ook beschadigd door die explosie, vooral de bovenste fries, die het Hemelse Jeruzalem uitbeeld, waarvan een deel is losgekomen, dat nu opgesteld staat in het westkoor.